rococo (zn. o.) link
Stijl ontstaan in Frankrijk en waarvan de basis werd gelegd aan het einde van de regeerperiode van Lodewijk XIV (1643-1715), in de invloedssfeer van de régencestijl*. Hij breekt door in de jaren 1730 en kent over heel Europa succes tot in de jaren 1760-1770, wanneer de neoklassieke reactie op het voorplan treedt. De rococo is wezenlijk een interieurdecorstijl, een domein waarvan hij alle aspecten omvat (tafelkunst, meubelkunst, muurdecoratie in stucwerk, lambriseringen, behangpapier, textiel, etc.). Hij is de uitdrukking van een nieuwe levenskunst die is gecentreerd rond het privé-leven en waarin de zucht naar pracht en praal van de barok of de Lodewijk XIV-stijl* plaats maakt voor een hang naar comfort en verfijning. Rococo is, als samentrekking van rocaille* en barocco* (zie barok*), aanvankelijk een pejoratieve term. Wat betreft de vormentaal is het rocaille stellig het motief* bij uitstek van de rococo: een schaal, schelp of rots met een gegolfde, grillige en ingesneden contour, vaak asymmetrisch. Het rocaille wordt geassocieerd met C- en S-vormige golvingen, met een maritieme en florale vormentaal, en lijkt vaak sterk op een acanthus* of palmet* dat, onder invloed van de rococo, beweging suggereert en verdraaiingen en insnijdingen vertoont. In het spoor van de toenmalige fascinatie voor het Oosten put de stijl eveneens uit exotische thema’s: de chinoiserie*, voorkeursplaats voor de creatie van fantaisistische, grillige en asymmetrische vormen, krijgt er een belangrijke rol. In tegenstelling tot de strenge en stijve vormen van de Lodewijk XIV-stijl*, geeft de rococo de vrije hand aan het bizarre, het grillige, de kronkelende en golvende lijn, en aan extravagante en gebogen vormen met een delicate omtrek* die soms naar reductie neigen [6]. Het domein van het behangpapier, dat zich parallel met de textielsector ontwikkelt, eigent zich deze grammatica van kronkelige, asymmetrische en fantaisistische vormen toe, en cultiveert het bizarre en de wanverhoudingen van de vormen. Naast florale elementen, vazen* en lofwerk met ingesneden vormen, bekleden ook de oriëntaliserende motieven en de chinoiserieën een belangrijke plaats in het repertorium van het rococobehangpapier. De takken of bloeiende bomen in Chinese stijl zijn erg in trek, vooral vanaf de jaren 1730, wanneer het decor minder druk wordt en er ook lege ruimtes verschijnen. De motieven gebaseerd op de bedrukte katoentjes* worden in de jaren 1740-1770 eveneens op prijs gesteld (Gruber-Arizzoli-Clémentel, 1994, p. 327-329 ; Kimball, 1949, p. 10 ; Minguet, 1966, p. 154, 157, 167, 198-200 ; Riley & Bayer, 2004, p. 122-125).
....

Illustratie:
Behangpapier met rococo-stijl, onbekende auteur.
Pentekening en lavis op papier, 1901-1950 ca.
Afkomst Sint-Jans-Molenbeek, firma Bosquet.
Sint-Jans-Molenbeek, La Fonderie, Brussels Museum voor Arbeid en Industrie.
© KIK-IRPA, Brussel (X015190).