kandelaber (zn. m.) link
Motief om verticale panelen en pilasters* mee op te vullen, gekenmerkt door zijn smalle verticale en symmetrische structuur, naar believen verlengbaar. De kandelaber heeft de vorm van een stam* samengesteld uit delen van balusters*, van vazen*, van bekkens* of van bekers, alternerend rechtopstaand en ondersteboven. Uit deze centrale structuur ontspruit een plantachtige schacht waarop gebladerte van opgerolde* acanthussen*, fleurons*, palmetten* en soms vogels, poten van leeuwen, sfinxen*, etc. zijn geënt. De kandelaber behoort tot het decoratieve repertorium van de grotesken*. In de context van meubilair is de kandelaber een grote kandelaar*, vaak met meerdere armen. In de architectuur is de kandelaber een baluster* of een zuil* met verdikkingen die een verlichtingssysteem ondersteunt (Gruber & Arizzoli-Clémentel, 1994, p. 202 ; Néraudau, 1985, p. 78).
....

Illustratie:
Behangpapier met gestreept decor en kandelaarvormigen elementen, onbekende auteur.
Mecanischdruk op papier, 1910-1950 ca.
Brussel, Huis van de Lebeau-straat.
© KIK-IRPA, Brussel (X020583)