chinoiserie (zn. v.) link
Stijl die zich tijdens de 17de en de 18de eeuw in Europa ontwikkelde in het domein van de sierkunsten, en die een vrije en fantaisistische interpretatie vormt van uit het Verre Oosten ingevoerde modellen en voorwerpen. Het exotisme, dat aan het begin van de 17de eeuw als gevolg van de bloeiende handelsrelaties met de landen uit het Verre Oosten zijn intrede deed, had diverse Aziatische – niet alleen Chinese – producten op de Europese markt gebracht (lakkunst, porselein, zijde, behangpapier). De stijgende vraag naar deze kostbare, voor een elite bestemde objecten, leidde tot de vervaardiging van imitaties en kopiën. Al snel maken de Europese kunstenaars zich los van een strikte nabootsing van de geïmporteerde modellen en nemen ze ook in de lokale productie motieven op die zijn ontleend aan de Aziatische culturen, zoals Chinese personages, pagoden, vogels, bloemen, draken*. Die mengstijl, toendertijd aangeduid met ‘Indisch’, neemt vaak de vorm aan van irrealistische en asymmetrische tekeningen, in sommige gevallen op het abstracte af. De chinoiserieën, een uiting van de Europese uitdrukkingsvrijheid en vindingrijkheid, zullen in de rococo* een gunstige voedingsbodem vinden. De productie van behangpapier tracht vanaf haar ontstaan om door middel van imitatie aansluiting te vinden bij de modes en stijlen van de interieurdecoratie. Zo neemt ze ook de fascinatie voor het exotische over. Chinees handgeschilderd behangpapier, vanaf het einde van de 17de eeuw een echt luxeproduct dat werd ingevoerd vanuit het toenmalige China of vanuit Brits-Indië, wordt vanaf de jaren 1750-1760 nagebootst, vrij geïnterpreteerd en gedrukt door Parijse ambachtslui (Gruber & Arizzoli-Cémentel, 1994, p. 227-323 ; Riley & Bayer, 2004, p. 42-43, 512 ; Velut, 2005a, p. 22-24).
....

Illustratie:
"Extrême-Orient", behangpapier met chinoiseries, Bon Teint.
Mecanisch druk op papier, 1920-1930 ca.
Productie in Frankrijk, Parijs, collectie Impressions du Landy.
Gent, Design Museum.
© KIK-IRPA, Brussel (X047502)